In deze rubriek van SamenSluis laten we telkens iemand anders aan het woord en die persoon bepaalt aan wie de pen wordt doorgegeven. Carlos de Smit heeft de pen doorgegeven aan Aron van Westen, woont in Oostburg en werkt bij de gemeente Terneuzen.
"Als kind uit een ondernemersgezin had hij nooit verwacht ambtenaar te worden, want hij wilde kok of cabaretier worden.”
Iets meer over Aron
Aron van Westen is 27 jaar en is geboren als jongste zoon van Jean-Paul en Inge die 't Hof van Brussel in Sluis uitbaatte. Hij hielp zijn vader ook al vroeg mee in de keuken. Het was een klassieke Franse keuken. Tot zijn studie werkte hij veel in de horeca. Het opgroeien aan de Kaai in Sluis is iets waar hij met veel plezier op terugkijkt. Verder vindt hij het fijn om te wandelen, gamen en lezen.
1. Wat wilde je als kind graag worden?
Hij wilde óf kok óf cabaretier worden. Hij kan wel enorm lachen met zijn vrienden, maar cabaretier is het toch niet geworden omdat hij niet zo graag in de spotlights staat. Zijn interesse om kok te worden beperkte zich tot het bezoeken van een aantal open dagen. Door zijn werk in de horeca merkte hij dat hij het vak niet aan zou kunnen door een blessure aan zijn knie. Hij kookt nog wel veel als hobby.
Aron: "Ik heb nooit geweten wat ik zou moeten gaan doen, ik was nogal een flierefluiter op school."
Een oude lerares van de basisschool vroeg hem wat hij nu allemaal aan het doen was. Haar advies was: ga lekker studeren, want je hebt een goed stel hersens. Dat was de trigger om de stap te wagen. Hij ging naar Tilburg, naar de universiteit, en studeerde Organisatie- en Managementwetenschappen.
En dan weet je wat van bedrijfsculturen en hoe organisaties efficiënt kunnen werken, maar wat moet je daar dan mee als je terug wilt naar West-Zeeuws-Vlaanderen? Uiteindelijk kwam hij bij de gemeente Terneuzen binnen als trainee bij de concernstaf. Daar mag je gevraagd en ongevraagd advies geven over het reilen en zeilen van de gemeente op een bepaald gebied. En dat beviel hem wel.
Het is zijn werk om processen door te lichten op doeltreffendheid en doelmatigheid, zoals dat zo mooi wordt genoemd. In Jip-en-Janneke-taal: bereikt de gemeente haar doel en doet ze dat efficiënt?
Op dit moment werkt hij toe naar de functie van Chief Information Security Officer. Dat is een functionaris die erop toeziet dat alle computergegevens van een bedrijf veilig zijn en beschermd worden tegen hackers en andere problemen. Hij ziet dat als enorm uitdagend, want er zijn tegenwoordig zoveel cyberaanvallen en wat doe je daar dan tegen? Ook moet hij dan innovaties bijhouden, zoals bijvoorbeeld AI.
Aron: "Je wilt niet dat alles dichtgespijkerd wordt, want AI heeft ook vele voordelen, maar je wilt ongelukken voorkomen en ervoor zorgen dat de privacy van mensen niet wordt geschaad. Dus moet je de medewerkers heel erg bewust maken van wat er met de data kan gebeuren. Je wilt niet dat een vertrouwelijk dossier door AI op straat komt te liggen."
Aron: "Ik had laatst een nieuwe gameconsole gekocht en ik kon niet vinden hoe ik hem aan moest zetten, dat moest ook weer via een nieuwe techniek," vertelt hij lachend. "Dus ik snap wel dat het moeilijk is, het gaat allemaal zo snel."
2. Wat is de leukste ontmoeting die je ooit had?
Dat was een herontmoeting. Aron: "Ik heb jeugdfoto's waar we samen op staan en dat was in de kleuterspeelzaal. De tweede ontmoeting was in de eerste en tweede klas van de middelbare school. De derde ontmoeting was in Sluis. Mijn vriendin was ook, zoals zoveel andere jongeren uit de gemeente Sluis, verhuisd naar de randstad. Ze was weer terug in Sluis voor familiebezoek in de zomervakantie. Er was een feest op de beestenmarkt in Sluis en daar sloeg de vonk echt over."
Aron: "En nu zijn we al zes jaar samen en verwachten we binnen enkele weken ons eerste kind."
3. Wat zijn volgens jou de belangrijkste ontwikkelingen in de buurt?
Aron ziet dat er veel jonge mensen ondernemend zijn. Op het Eenhoornplein komen leuke nieuwe zaakjes. Atelierachtige winkels, wat kleinere zaakjes.
Aron: "Jonge, creatieve ondernemers, dat is goed voor de leefbaarheid van Oostburg."
Verder ziet hij dat er veel leegstand is in Oostburg en tegelijk leest hij in de krant dat het aantal nieuwe woningen in Sluis door het ombouwen van kantoren en winkels tot huizen voor het tweede jaar op rij is gedaald.
Aron: "Er zijn heel veel winkels waarvan de bovenverdieping niet wordt gebruikt. Die kunnen allemaal omgebouwd worden tot woningen die verhuurd kunnen worden tegen schappelijke prijzen om starters aan een woning te helpen. Bovendien hoef je dan ook geen nieuwbouw te realiseren, wat voor veel stikstofuitstoot zorgt. Voor dat ombouwen zou veel meer prioriteit moeten zijn."
Verder vindt hij het belangrijk dat jongeren na hun studie weer terugkomen naar Zeeuws-Vlaanderen. Veel van zijn vrienden die in de randstad hebben gestudeerd en gewerkt, komen niet terug omdat je hier minder mogelijkheden hebt.
Aron: "Mensen denken hier al gauw dat iets niet kan, maar daarmee onderschatten we onszelf. Of ze denken: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Maar juist met een open vizier kun je veel meer bereiken. Ik denk dat we veel meer kunnen als we groots durven te denken."
Het probleem van de leeftijdssamenstelling in Sluis zorgt ervoor dat we arbeidsmigranten nodig hebben, want we hebben onvoldoende jongeren die hier blijven. Zonder arbeidsmigranten kunnen de strandtenten en meeste andere horecazaken niet open blijven en zijn er ook veel te weinig mensen in de zorg en in andere sectoren. Dus voor de toekomst van de gemeente Sluis is het erg belangrijk dat jongeren hier blijven of terugkomen na hun studie.
Sommige mensen die weggaan blijven weg omdat ze niet precies weten wat ze met hun studie hier kunnen doen. Aron: "Je vindt iets leuk en dat ga je dan studeren, maar meestal kijk je niet wat je met die keuze over vier of vijf jaar kunt doen. Er zou daarom gerichtere voorlichting moeten zijn over wat je hier kunt doen met je opleiding."
4. Wat kan jou inspireren om een actieve bijdrage aan jouw buurt te leveren?
Hij is secretaris geworden van de voetbalvereniging. Hij was wel eens gevraagd om iets voor de club te doen, maar hij had zijn twijfels. Maar toen iemand zei dat zijn opa, medeoprichter van de club, het fantastisch zou vinden als hij die functie op zich zou nemen, toen was hij om. En hij ziet dat leeftijdgenoten van hem ook weer vrijwilligerswerk aan het oppakken zijn.
Aron: "Er is meer dan werk alleen."
Een voetbalvereniging kan er ook aan bijdragen dat je terugkomt. Daar zitten je vrienden, je sociale contacten. Dus het is belangrijk dat de verenigingen blijven bestaan. Anders is er nog minder aanleiding voor mensen om terug te komen. De sociale invloed van clubs is heel belangrijk. Het zijn belangrijke radertjes in het sociale systeem. En het is goed voor je gezondheid om in teamverband te sporten.
5. Wat is jouw motto, lijfspreuk of tegeltjeswijsheid?
Aron: "Bij mijn grootouders hing altijd een bord met de spreuk: Van het concert des levens krijgt niemand een programma. En ik dacht altijd dat het een heel speciaal bord was, speciaal voor mijn grootouders. Later kwam ik erachter dat dat bord in heel veel huizen hangt," zegt hij met pretoogjes.
Die spreuk heeft hij zich wel ter harte genomen. Aron: "Vroeger wilde ik altijd alles plannen en was daarin nogal star. Ik dacht heel zwart-wit. Alleen zo zit het niet altijd."
Mede door die spreuk kwam het inzicht dat je het leven niet kan voorspellen. Je moet er soms flexibel instaan, omdat het nooit gaat zoals je het hebt gepland.
Aan wie geeft hij de pen door?
Hij geeft de pen door aan Raoul du Fossé. Ondernemer in Sluis en ook actief in de politiek.